We hebben hart voor elkaar

Dit blok gaat over gevoelens.

Om kunnen gaan met gevoelens is belangrijk voor een positief klimaat in de klas en op school. De Vreedzame School streeft naar een klimaat waarin iedereen zich prettig voelt en waarin kinderen ‘hart voor elkaar hebben’, d.w.z. dat ze met respect met elkaar omgaan. Dat gaat gemakkelijker wanneer kinderen in staat zijn hun gevoelens te benoemen en zich in de gevoelens van anderen te verplaatsen. Kinderen kunnen daardoor beter hun conflicten op een positieve manier oplossen.

Om met elkaar over gevoelens te praten, is het van belang dat de kinderen zich veilig voelen in de groep; tegelijkertijd bevorderen deze gesprekken de veiligheid in de groep. Er ontstaat een vertrouwde sfeer.

Blok 4 in de praktijk

We hebben het over gevoelens als boosheid en verdriet. We bespreken wat het betekent als iemand wordt buitengesloten. De kinderen leren herkennen wat hen boos maakt en hoe ze die boosheid uiten. Ze leren dat ‘afkoelen’ belangrijk is om een conflict te kunnen oplossen.

Verder gaat het in blok 4 over blij zijn, tevreden zijn en opkomen voor elkaar. De lessen gaan over dingen die je leuk vindt en waar je blij van wordt.

Aan het eind van blok 4 bedenken de kinderen een les die voor iedereen leuk is. Ze bereiden die les zoveel mogelijk zelf voor en verzorgen de les. Na afloop staan de kinderen stil bij de vraag of iedereen het naar zijn zin heeft gehad en worden zo mogelijk afspraken gemaakt voor een volgende keer.

We leren kinderen dat ze mogen ‘passen’. In het begin is het nog wat onwennig, maar vanzelf wordt het op school steeds gewoner om over gevoelens te praten. Al die tijd houden we er rekening mee dat niet elk kind even gemakkelijk over haar of zijn gevoelens praat. We willen de kinderen daarom de ruimte bieden om zelf te kiezen wat ze kwijt willen.

De lessen per groep

Het doel van blok 4: de kinderen leren gevoelens herkennen en ermee omgaan

De lessen zijn gericht op: 

  • Het besef dat iedereen gevoelens heeft.
  • Het herkennen en benoemen van gevoelens.
  • Dat eenzelfde gebeurtenis bij mensen verschillende gevoelens kan oproepen.
  • Elkaar vertellen hoe je je voelt en kunnen zien hoe anderen zich voelen.
  • Het mogen hebben van gevoelens als angst of boosheid. Het gaat erom hoe je hiermee omgaat.
  • Het nadenken waar je boos van wordt en welk gedrag je dan vertoont.
  • Eerst afkoelen als je boos bent, anders kun je niet nadenken over een oplossing.
  • Het nadenken over buitensluiten als vorm van pesten en wat dat met jou en de ander doet.
  • Het nadenken over wat je kan doen als iemand in de groep zich niet prettig voelt.
  • Hoe je het voor elkaar kunt opnemen.
  • Hoe je het samen met elkaar leuk kan hebben.
  • Samenwerken om een les te bedenken en verzorgen die iedereen leuk vindt.

Tips voor thuis

Geef uw kind eerst de gelegenheid om af te koelen als u een conflict wil uitpraten.

Bespreek samen wat je kunt doen als je boos bent:

  • gemeen terugdoen
  • de ander zijn zin geven, je terugtrekken
  • weten wat jij en de ander willen, rekening houden met elkaars gevoelens en met wat zowel de ander als jijzelf wil

Stimuleer de laatste manier, dat geeft de grootste kans op een positieve oplossing.